Verborgen boodschappen

·                    Verbalen en non-verbale methodes ontdekken die de media gebruiken om het gevoel van lezers over buitenlanders/andere nationaliteiten te beïnvloeden

·                    Delen in de tekst ontdekken die angst of woede opwekken of aanzetten tot vijandigheden ten opzichte van buitenlanders

·                    Bekend raken met de meest gebruikte strategie/parafrasering die media gebruiken om onze aandacht te trekken

·                     Subjectieve argumenten leren onderscheiden van objectieve argumenten

Scholieren, studenten, jongeren

Deel 1:

Stap 1 “De regels vinden waar je tussendoor moet lezen”:

Studenten werken individueel of in een klein groepje.

Optie 1: alle studenten werken met dezelfde soorten media (bijvoorbeeld: tijdschriften)

Optie 2: verschillende groepen werken met verschillende soorten media (tv, radioprogramma’s, videogames, websites, apps, …)

De docent geeft instructies en verzamelt dan de antwoorden van de deelnemers en zet die op zijn digitale bord/ flip-over/in zijn  PowerPoint-presentatie.

Vragen:

1: Welke elementen van de voorpagina wijzen erop dat je daar als lezer eerst naar zou moeten kijken? (koppen, foto’s, bovenkant van de pagina, eerste verhaal onder de vouw, een extra brede kolom)

2: Welke elementen zijn bedoeld om je de krant te laten openslaan/ om je aan te zetten te blijven luisteren/ of het blijven spelen van de game? (index, aankondigingen voor andere delen van de krant, verhalen die verder gaan op andere pagina’s, verwijzingen naar gerelateerde artikelen in een ander deel van de krant)

3: Hoe voel je je nadat je dit hebt gelezen/beluisterd/gespeeld?

(angst, wanhoop, schuldig, woede, onzekerheid, niet compleet, jaloers, verlangen naar meer, het gevoel hebben dat iemand iets van me afpakt dat van mij is, ...)

4:  Hebben koppen/beelden/woorden invloed op je huidige mening. Op welke manier?

Stap 2: Op welk punt hebben ze me te pakken?

Iedere student markeert woorden en beelden, die:

1. Invloed hadden op zijn/haar manier van denken c.q. die zijn/haar manier van denken veranderden

Stap 3: Laten we het stuk opnieuw lezen

Met gebruik van het Stappenplan kritisch denken en lezen (hand-out 2) gaan de studenten opnieuw door dezelfde tekst/beelden heen en rapporteren wat hun bevindingen zijn.

Deel 2:

 »Verborgen decoderingen« studenten bekendmaken met mediatechnieken en doelgroepen van media (hand-out 3). In de derde oefening leren studenten om objectieve argumenten van subjectieve te onderscheiden. De laatste oefening biedt studenten de mogelijkheid tot zelfreflectie: wat weten ze echt over buitenlanders en wat nemen ze aan voor waar?

De opdrachten vinden in tweetallen of in een klein groepje plaats. De discussie moet worden geleid door de docent. Neem de introductie mee (hand-out 3) en discussieer over het doel van iedere techniek.

Stap 1:

Studenten moeten een of meerdere teksten kiezen en vaststellen wat: a) het doel is, b) wat de gebruikte technieken zijn en c) wie de doelgroepen zijn van elk van de teksten.

Stap 2:

Studenten worden gevraagd om voorbeelden op te zoeken van teksten met als doelgroep: jongeren die deel uitmaken van een meerderheid en die werkloos zijn of een contract voor bepaalde duur hebben. Volgens de structuur in hand-out 3 moeten ze antwoorden waar ze typerende elementen kunnen vinden.

of

Stap 3:

Studenten lezen en vergelijken het artikel uit een krant uitgegeven door een rechtse politieke partij en een artikel van een linkse partij. Volgens de structuur in hand-out 3 moeten ze aangeven waar ze typerende elementen kunnen vinden:

1. a) Hebben ze verschillen gevonden? b) Hebben ze overeenkomsten gevonden?

Stap 4:

Studenten moeten aangeven wat ze zeker weten over buitenlanders die in hun land wonen.  (Studenten moeten opschrijven wat ze zeker weten, niet alleen maar wat ze denken te weten.)

Ze moeten een interview of verhaal lezen met/over een buitenlander/migrant. Daarna moeten ze de volgende vragen beantwoorden:

1. a) Hoe voelde ik me nadat ik het artikel had gelezen?
2. b) Denk ik er nog steeds hetzelfde over?
3. c) Waar kan ik meer informatie hierover krijgen?

Het doel van de laatste opdracht is te testen hoe teksten de gevoelens van de studenten beïnvloeden, en hoe die gevoelens hun gedachten beïnvloeden.  Bij de laatste vraag staat kritisch nadenken centraal, waardoor studenten emotioneel afstand kunnen nemen en hun mening kunnen vormen op basis van gecheckte feiten.

Videogames, tv, radio, kranten, tijdschriften, kopieën van Hand-outs 1 en 2, kaarten met casestudies en taken, discussie

Gesprekken, debat, analyse, werken met tekst en foto’s,  flip-up methode, resultaten uit voorbeelden halen, evaluatie en zelfreflectie

Studenten die moeite hebben met zelfstandig werken kunnen aan een andere student gekoppeld worden om het leerproces te bevorderen.  De oefening kan individueel of in een kleine groep worden gedaan. Studenten kunnen worden aangespoord om teksten over hetzelfde onderwerp mee te nemen afkomstig uit andere media. Het is handig om kopieën van voorpagina’s van kranten te hebben, zodat studenten veel verschillende teksten hebben om te bestuderen.

Gebaseerd op : Chris M. Worsnop: Media Literacy trought critical thinking, teaching material, NW Media for Excellence in Media Literacy, Washington State Office of Superintendent of Public Instruction.

Hand-outs 1 t/m 3

Verborgen boodschappen, handout 1

Verborgen boodschappen, handout 2

Verborgen boodschappen, handout 3